Elke vrijdag is de Buurtkerk in de Hoofstraat Noordwijk geopend vanaf 15.00 uur. Het bijzondere aan een kerk openstellen is, dat je nooit weet wat er gaat gebeuren, wie binnenkomt en wat je dan moet doen. Eigenlijk is het elke vrijdag viereneenhalf uur improviseren. En je erover verbazen, hoe dichtbij lief en leed soms bij elkaar liggen:

Zo kwam vanmiddag een wat ouder, enorm enthousiast stel binnen, arm in arm, met de verbaasde kreet: “Nee, wat is het hier veranderd, joh!” Wat bleek? Ze hebben elkaar ooit in deze kerk leren kennen en waren er al 45 jaarlang niet meer binnen geweest. Maar ondanks alle veranderingen (de man zei: “Was het hier toen al zo licht en open ingericht, was ik waarschijnlijk niet weggegaan!”) had de kerk nogal een effect op ze: “Ik word op slag weer verliefd op jou!”, giechelde zij tegen haar man. Met open monden bekeken ze alle veranderingen en bleven maar foto’s maken.

Nog terwijl ze daarmee bezig waren, kwam een man binnen, langzaam en gebukt liep hij, ik merkte pas toen hij voor het icoon ging zitten, dat hij veel jonger was dan ik dacht, mijn eigen leeftijd, hooguit. Toen het stel de kerk weer zwaaiend had verlaten, ging ik bij hem in de buurt zitten. En ja, hoor, na een tijdje begon hij te praten, onder tranen. Uiteindelijk stak hij twee kaarsjes aan, voor zijn vrouw en zijn dochter, die allebeide stervende zijn. Dan ben je wel blij dat je met zo’n open kerk tenminste iets kan betekenen, maar blijf je ook met een knoop in de maag achter. Wat een onmetelijk verdriet…